Mediarede Madeleijn van den Nieuwenhuizen: inclusiviteit in de media

Ik postte op Instagram dat ik bezig was met het schrijven van deze speech en dat ik zin had in het evenement. Een vriend van me die bij het AD werkt reageerde met vijf korte DMs – dat zijn privéberichtjes, voor degenen onder ons die niet de godgansedag op Instagram zitten.

“Ha leuk!” zei hij “Maar hoezo heb je er zin in?”

En toen: “Wel het hol van de leeuw”

Nieuw berichtje: “Die lusten je rauw” met vier w’s.

Nieuw berichtje: “Ik zou een paraplu meenemen. Tegen de tomaten.”

“En een steekvest”

Nou, ik heb geen idee hoeveel dolkstoten deze coltrui zou tegenhouden, maar volgens mij hoeft het geen bloedbad te worden. Ik zie jullie niet als de duivel, en ik hoop jullie mij ook niet, ondanks dat ik het mediakritische Instagramaccount Zeikschrift beheer. Die naam is een mix van tijdschrift en zeikwijf. Ik dacht, dan kan het hopelijk alleen maar meevallen, in ’t echt, met de persoon erachter.

Ik groeide op met veel bladen. Mijn ouders waren beiden fysiotherapeut – ze zijn inmiddels met pensioen – en aan het eind van de maand dumpte mijn vader de vetbevingerde leesmap op tafel.  Toen ik wat ouder werd dacht ik steeds vaker: gek wat voor dingen er nog geschreven worden. Ik richtte Zeikschrift op als platform om het daarover te hebben en beheer dat in mijn eentje sinds ongeveer drie jaar.

Ik post er foto’s of screenshots van artikelen in kranten en bladen. Het licht bijvoorbeeld stereotypering uit, of een stelselmatige afwezigheid van bepaalde groepen, of andere algemene flaters. In de commentaarsectie vinden gesprekken en discussies plaats, vaak op een prettige  manier. Het begon als een klein account – eigenlijk voornamelijk als archief, als documentatie. Maar de captions werden langer, ik begon er opiniestukken naast te schrijven en kreeg meer volgers vanuit de mediagemeenschap. Het account groeide dit jaar naar ongeveer 27.000 volgers.

Grotendeels lees en kijk ik de Nederlandse media nu digitaal, omdat ik het leeuwendeel van mijn tijd in New York doorbreng. Daar deed ik een Master deed aan Columbia University en werk ik nu als onderzoeker van politieke- en constitutionele rechtsgeschiedenis. Die geschiedenisachtergrond gebruik ik om bijvoorbeeld stereotypes in een historische context te plaatsen.

Ik vind het altijd belangrijk om te benadrukken dat reflecteren op en het onderzoeken van blinde vlekken of flaters niet hetzelfde is als naarstig opzoek zijn naar spijkers voor de schandpaal. Ik ben namelijk primair geïnteresseerd in inclusiviteit.

Maar waar precies hebben we het over als we het hebben over inclusiviteit?

Grofweg gezegd komt het antwoord, als ik het erover heb met journalisten, vaak neer op: Oja dat er niet alleen maar witte mensen aan het woord zijn en dat er vollere modellen zijn, toch? En dat er vrouwen aan tafel zitten en zo?

En ja, al die dingen hebben zeker te maken met het concept inclusiviteit. Maar dat is niet het enige.

Inclusiviteit is: Fatima niet alleen over de Ramadan laten schrijven, maar ook over fiscale economie.

Inclusiviteit is: Soms zomaar ineens meer donkere dan witte mensen aan je talkshowtafel hebben zitten, ook als het geen jazz-special betreft.

Inclusiviteit is: Minister Stef Blok een follow-up vraag stellen als hij tijdens het interview zegt: “Vrouwen brengen een zekere irrationaliteit met zich mee waar iemand als ik, die erg in zijn hoofd zit, echt iets aan heeft.”

Inclusiviteit is: Haarproducten voor kroeshaar aanbieden op je glossy pagina’s, niet alleen wanneer de markt ‘er rijp voor is’, maar wanneer je wilt erkennen dat er, you know, mensen met kroeshaar bestaan.

Inclusiviteit is: Modellen met maat-diversiteit, maar óók met scheve neuzen, zwemmersschouders, cellulitus, een ontbrekende hand of vetverdeling anders dan figuurtje zandloper.

Inclusiviteit is: Je redactievergadering rondkijken en je afvragen hoezeer je de maatschappij vertegenwoordigd als 14 van de 15 mensen wit zijn.

Inclusiviteit is: In plaats van weer een Turkse stagiair aan te nemen en jezelf op de borst te kloppen, mensen uit minder gerepresenteerde groepen laten doorstromen naar machtsposities.

Inclusiviteit is: Niet alleen tijdens Pride op je social media accounts met regenboogemojis strooien, maar ook de rest van het jaar ruimte laten voor niet-heteroseksuele relaties in de seksstandjes die je omschrijft, of het datingadvies dat je geeft.

Inclusiviteit is: Millenials niet op een hoop gooien als avocadokauwende ontevredenen zenuwlijers, maar ook niet spreken over Boze Witte Mannen alsof we allemaal weten waar we het over hebben.
Inclusiviteit is: Je niet verantwoordelijk voelen om onder de vlag van inclusiviteit een platform te bieden aan mensen die zeggen dat de klimaatcrisis een hersenspinsel is. Een diversiteit aan meningen hoeft geen leugenpraat te faciliteren.

Inclusiviteit, met andere woorden, is vele dingen tegelijk. Het is meer dan die vrouw aan tafel of dat Chinese model op de cover. Het is meer dan een special issue, meer dan een thema-aflevering. Het gaat over de manier waarop we elkaar in deze maatschappij behandelen, hoe we gezien worden, welke schaamte ons wordt aangeleerd, welke verhalen we vertellen, wie we eren en wie we recht doen.

Inclusiviteit is vele dingen tegelijk, maar wat het niet hoeft te zijn, is eng. Ik krijg weleens berichtjes op Instagram van mensen die zeggen: maar ik ben zo bang om het fout te doen. Om iets verkeerds te zeggen. Of de vraag: maar mag je dan helemaal geen grapjes meer maken? Het idee recht te moeten doen aan alles en iedereen kan overweldigend en intimiderend zijn, maar volgens mij was dat uiteindelijk nooit de vraag. De vraag was: ben je bereid te onderzoeken waar je blinde vlekken zitten? Ze aan te pakken als je ze vindt?

En we hebben ze allemaal. Maatschappelijke ongelijkheid manifesteert zich soms op kleine gekke manieren. Ik realiseerde me ooit dat ik onbewust voornamelijk vakken koos met mannelijke professoren. Niet omdat er geen vrouwelijke hoogleraren waren, maar omdat ik ze bij het lezen van de cursusomschrijvingen onbewust minder autoriteit of expertise toedichtte. — Toen ik net in Amsterdam kwam wonen, vers uit Oldenzaal, sprak ik een Aziatisch uitziend persoon aan in het Engels, omdat ik dacht dat het geen Nederlander zou zijn. — Ik denk weleens: He gadverdamme, als ik twee zestigjarigen zie zoenen. — Dit zijn constructen, dit zijn aangeleerde ideeën over hoe het is en hoort te zijn. En die kunnen we ombuigen.

Media, de televisie die we kijken, de kranten die we lezen, de bladen die we doorkijken in het schap van de Bruna, die media hebben een verantwoordelijkheid. Niet om perfect te zijn, om nooit te worden uitgescholden op Twitter, niet de verantwoordelijkheid altijd de juiste woorden te gebruiken of exact te weten welke grapjes wel en niet oké zijn, maar de verantwoordelijkheid om het te proberen. Om te proberen inclusiever, multidimensionaler, vollediger te worden.

Ik vind dat er ontzettend veel dingen goed gaan in medialand. Ik weet dat je dat misschien niet zou verwachten van iemand die opereert onder de naam Zeikschrift, maar vaker wel dan niet blader ik een krant of tijdschrift door en denk ik: nice, goed gedaan, lekker stuk, goed interview, mooie foto’s, ongeloofwaardige horoscoop maar prima, deze schorpioen zal vandaag op de uitkijk staan voor ‘monetair succesvolle vibes’.

Ik ben kritisch, maar zie ook een enorm vergrote diversiteit online en offline in bladen als Harper’s Bazaar, Elle en Vogue. Zie dat LINDA al jarenlang werkt aan het vertellen van onconventionele verhalen. Ben blij dat QUOTE artikelen wijdt aan vrouwelijk ondernemerschap. Dat kranten hun best doen met een diversiteit aan columnisten. De grapjes over vrouwen als overemotioneel en fysiek zwak zíjn afgenomen in de afgelopen 10 jaar. Mannen worden vaker als, lo and behold, functionerende vaders afgeschilderd. Er gaat veel goed.

Maar er kan ook veel beter, en dat is ten dele waarom jullie werk zo enorm interessant en invloedrijk is. Ik weet dat het werk op dagelijkse basis – de deadlines, de in te plannen afspraken, de vergaderingen, de deadlines – erg veeleisend kunnen zijn, maar uiteindelijk is het waar: de media maken, voor een belangrijk deel, de maatschappij. Die kracht, die invloed, durf hem te gebruiken. Durf te experimenteren.

Zo lang gold in bladenland de ongeschreven regel dat “Een donker model op de cover niet verkoopt.” Inmiddels weten we ten eerste dat dat niet, of althans niet meer, waar is. Maar durf ook te denken: zelfs áls dat waar zou zijn, is dat dan een moreel juiste handleiding om te hebben? Durf, met andere woorden, niet alleen jezelf te bevragen, maar ook de markt. Durft haar aan te pakken, om te vormen. Durf risico’s te nemen waarvan het succes niet afhangt van verkoopcijfers, maar van de mate waarin je recht doet aan je eigen idealen.

Ruimte maken voor elkaar brengt geen verdrukking, het brengt lucht. En ja, terechtwijzing of kritiek ís soms agressief, en soms scheldend, en Twittertierend, vervelend, en oneerlijk hard, en er zullen ook momenten zijn dat het niet gerechtvaardigd is, maar boosheid over, soms ogenschijnlijk kleine dingetjes, komt ook voort uit een lange geschiedenis. Uit een klaar zijn met seksistische stereotypes, genoeg hebben van stelselmatige afwezigheid van bepaalde groepen in de beeldvorming, uit een lange ingehouden adem en zachte bedankjes voor die keren dat het goed ging. Het is waar, verantwoordelijkheid moet ook genomen worden aan de andere kant: graag zou ik minder cancel culture zien, minder kort door de bocht gevloek, meer kritische zelfbevraging. Maar die kant, dat is vandaag niet mijn publiek.

Soms is verkramping – bang zijn het fout te doen als mediamaker – een bijproduct van een broodnodige transitie. Het gaat namelijk om het ten dele ontdoen van wat ons zelf is aangeleerd en dat ís ook spannend. Maar wat het uiteindelijk vooral zal zijn, is bevrijdend. Want inclusiviteit hangt samen met een opheffing van schaamte, onnodige stereotypes, en verwachtingen die het menselijk potentieel beknotten.

Durf – met andere woorden – récht te doen aan de menselijke complexiteit, aan haar veelzijdigheid, zoals je zelf graag recht gedaan zou worden.

Dankjulliewel.

Madeleijn van den Nieuwenhuizen (1991) is wetenschapper, publicist en beheerder van het Instagramaccount Zeikschrift.

Madeleijn2